Skip to content
Architecture, urban planning and research in, on and next to water
+31 70 39 44 234     info@waterstudio.nl

Drijvende woonwijken in ondergelopen polders, deze architect ziet het al voor zich

By Marc Doodeman
Cobouw
2023.October.02

 

Drijvende woonwijken in ondergelopen polders, deze architect ziet het al voor zich
Koen Olthuis. Foto: Suzanne van de Kerk

Op de Malediven werkt architect Koen Olthuis aan de bouw van een drijvende stad. In Nederland kan zoiets ook, denkt hij: in havens en polders.

En óf hij gedreven is. “Anders houd je het niet twintig jaar vol.” Architect Koen Olthuis zit in zijn kantoor in Rijswijk aan een kleurige glazen tafel voor een stapeltje lege A4’tjes en een pen, die hij tijdens het gesprek veelvuldig zal gebruiken om zijn woorden kracht bij te zetten. Hij doet al tien jaar niets anders dan drijvend bouwen, zegt hij. Al wil hij het zo eigenlijk niet noemen. “Het woord drijvend komt mijn strot uit.”

Hij wil dat woningen op water onderdeel worden van de normale stedenbouw. Net als hoogbouw ooit een keuze was om ruimte goed te gebruiken. Als je havens en polders gaat benutten als woonwijken, gebruik je de ruimte beter.

Olthuis wil af van de “freak architecture”. Van de “watervillaatjes met een bootje aan het water” voor de happy few. “Want dan blijft het altijd een nichemarkt.” Wonen op het water moet ook toegankelijk worden voor gewone mensen, vindt hij.

Duizenden polders

Aan de techniek ligt het niet. “In Nederland bouwen we meestal op palen of op staal. Kijk eens onder het Paleis op de Dam. Dertienduizend houten palen. Dertienduizend palen staan daar onder één gebouwtje! Dat slaat helemaal nergens op. Houten palen. Het hoogste bos van Nederland. Dat soort funderingen vinden wij fantastisch. Maar daarvan zeg je toch ook niet dat het om paalwoningen gaat?”

Wat hem betreft moeten polders in Nederland gebruikt worden om de woningnood aan te pakken. Laat maar onderlopen. Het land schreeuwt om locaties. Pak een deel van de Haarlemmermeerpolder. Of pak ergens een hele polder.

“We hebben 3.500 polders. Veenpolders. Droogmakerijen. Zeepolders. We halen het water eruit. Maar het is een kunstmatig systeem. Wij wonen met elkaar in een poldermachine. En die machine moet je onderhouden en droog houden. Anders kan je niet wonen en geen landbouw bedrijven. Maar er komt steeds meer regen en meer wateroverlast. Dus moet je harder pompen. Op lange termijn is dat systeem gewoon niet vol te houden.” Waarom al die polders droogmalen? Met verzilting langs de kust en CO2-uitstoot bij de veenpolders tot gevolg. Waar zijn we mee bezig, vraagt Olthuis zich af.

Klimaatverandering

Olthuis zet een kleine maquette op tafel van een drijvende wijk die op de Malediven gepland is. Daar wil de overheid vijftienduizend woningen op het water bouwen. De straten komen te staan op grote pontons en worden via knooppunten aan elkaar gekoppeld. Op een A4’tje tekent de architect een netwerk van lijntjes uit. Hij pakt zijn laptop erbij om nog een schets van bovenaf te laten zien. Het lijkt op een bloemkoolwijk, maar dan met water in plaats van tuinen.

De ontwikkeling van de drijvende stad op de Malediven zit sinds vorig jaar in een stroomversnelling. De plaatselijke minister van Milieu, Klimaatverandering en Technologie, Shauna Aminath, brak bij nieuwsmedium Bloomberg een lans voor de bouw van drijvende wijken. “Door de snelheid waarmee klimaatverandering toeneemt en de zeespiegel stijgt, moeten we op een hogere ondergrond gaan bouwen”, zei ze.

Olthuis vindt het “fantastisch” dat hij betrokken is bij het “opstarten van de nieuwe economie”. “Steun van de overheid is voor ons zó belangrijk”, zegt hij. Met “ons” doelt Olthuis op zijn architectenbureau Waterstudio.NL, ontwikkelaar Dutch Docklands Maldives én op de joint venture tussen de overheid en de Nederlandse onderneming: Dutch Docklands International. Bij het project zijn ook Nederlandse waterbouwers en een ingenieursbureau betrokken. Olthuis is de chief creative officer.

Het wordt een “miljardenproject”, volgens de architect. Critici vrezen dat de woningen door deze hoge kosten alleen te betalen zullen zijn door de rijken. Olthuis houdt de moed erin en denkt dat er in de drijvende stad straks ook plek is voor burgers met een meer bescheiden inkomen.

Onderwatertech

De drijvende stad komt in een lagune, waar de strandjes steeds verder zinken en het rif en het koraal heel dichtbij zijn. “Zo’n stad kan je niet bouwen in het midden van de oceaan, maar je kunt hem wel bouwen in de nabijheid van bestaande infrastructuur”, zegt Olthuis. Bijvoorbeeld dicht bij de hoofdstad Malé, die uit zijn jasje barst.

De woningen zijn fel gekleurd en krijgen onverharde (zand)straten, passend bij de lokale cultuur. “Maar onderwater is alles gewoon hightech”, verzekert Olthuis. Daar liggen het riool en alle leidingen.

De eerste drijvende woonwijk bestaat uit zeshonderd woningen (vier hoog met dakterras). De drijvende stad wordt over het water aangevoerd. Volgend voorjaar komen draagschepen met daarop straten: dat zijn stalen pontons van honderd bij dertig meter. De straten worden vastgemaakt aan palen, laat Olthuis zien met een paar pennenstreken op een A4’tje. “Het is eigenlijk een grote haven. Dat is niet wat mensen willen horen. Maar zo werkt zo’n stad wel.”

Vijftienduizend drijvende woningen moeten er op de Malediven komen. Illustratie: Waterstudio

Drijvende flexwoningen

De woningen en straten komen uit China, India en Sri Lanka, landen die ook bij het project betrokken zijn. De woningen die ze maken zijn volgens Olthuis twee keer zo goedkoop als in Nederland, omdat arbeid veel goedkoper is. De flexibele steden van Olthuis kunnen zich aanpassen aan het seizoen. Tennisbanen kunnen na de zomer afdrijven en vervangen worden door parken. “Seizoensgebonden architectuur”, noemt Olthuis dat.

In zekere zin lijkt het op de flexwoningen die de laatste jaren in Nederland aanslaan. Die zijn ook verplaatsbaar. Olthuis: “Dat soort woningen juichen we alleen maar toe.” Ook flexwoningen komen in principe op tijdelijke bestemmingen. En wat hem betreft mogen ze ook drijven.

Olthuis zou graag zien dat het Rijk lege delen van havens in Nederland aanwijst om met drijvende wijken te starten. In Amsterdam of Rotterdam. Op het IJmeer of op de plek waar ooit de Markerwaard zou komen. Maar de architect ziet dat niet snel gebeuren, vanwege de huidige bestemming van die gebieden en verwachte bezwaren van natuurbeschermingsorganisaties. De duizenden polders in Nederland zijn kansrijkere locaties. “We moeten als land kijken of het economisch beter is om een aantal van die polders onder water te zetten.”

Koen Olthuis. Foto: Suzanne van de Kerk

City-dokter

De woningnood vormt dé gelegenheid om aan de slag te gaan met drijvende wijken, vindt Olthuis. Anders blijft Nederland hangen in experimenten, zoals die met drijvende woningen bij IJburg in Amsterdam en een projectje in Rotterdam. In het buitenland wordt het concept serieuzer opgepakt, valt Olthuis op. Dat merkt hij alleen al aan de telefoontjes van buitenlandse media. “Vanmiddag word ik gebeld door The New York Times. Elke maand staat er wel een filmploeg hier.” Een week voor dit gesprek was Olthuis keynotespeaker op een congres over drijvend bouwen in Tokio.

Dat het concept van woningbouw op het water in Nederland tot nu toe niet echt aansloeg, frustreert hem. Het bewoog hem er jaren geleden toe aan de TU Delft te promoveren op het onderwerp. Om serieuzer genomen te worden in de stedenbouwwereld. Ook wilde hij de wereld van zijn moeder en vader bij elkaar brengen. “Aan mijn moeders kant zaten de scheepsbouwers. Aan vaders kant de art-nouveau-architecten.”

In plaats van architect zou hij zichzelf liever city-dokter willen noemen. Met water als medicijn. “Ik zie water als mogelijkheid om de stad te verbeteren.”

Tipping point

Inmiddels begint er beweging in te komen. “We gaan richting een tipping point waarin waterwonen, bouwen op natte ondergronden, als een volwaardig alternatief wordt gezien”, denkt Olthuis. Pensioenbeheerders meldden zich al met belangstelling. Ze willen verkennen of wonen op het water op grotere schaal een oplossing kan zijn. “De rol van architecten is om te laten zien dat je geld kan verdienen aan water. Dan volgen de ontwikkelaars wel”, is zijn overtuiging.

Nu Olthuis een doctorstitel heeft, lesgeeft aan de TU Delft en ziet hoe enthousiast studenten zijn over waterwonen, is zijn ambitie groter dan ooit. Hij hoopt dat hij uiteindelijk de stedenbouw kan verrijken.

Daar is dan wel steun van de overheid voor nodig. Die moet regels opstellen, vindt de architect. “Bijvoorbeeld: alles wat we gaan bouwen, moet verschoven kunnen worden. Zonder heel specifiek te zeggen dat het een waterwoning moet zijn. Dan gaat de industrie zoeken naar oplossingen en kunnen er mooie dingen gebeuren.”

Marc Doodeman

Marc Doodeman

Journalist

Marc Doodeman werkt sinds 2008 als redacteur voor Cobouw. Hij houdt de marktontwikkelingen in de bouw bij, kijkt hoe bouwbedrijven het doen en heeft speciale interesse voor de woning(bouw)markt. Fascinatie: op zoek naar het huis (en de huizenmaker) van de toekomst. Marc is te bereiken op: marcdoodeman@vmnmedia.nl.

 

 

click here for source website

Click here for source pdf

Waterwonen in Poelpolder zonder kopje onder te gaan

Cobouw, Edo Beerda

De voormalige Poelpolder tussen Naaldwijk en ‘s-Gravenzande verandert tussen 2010 en 2017 in Nederlands eerste woonlocatie op het water in ontpolderd gebied. Met drijvende appartementencomplexen, wegen en eilanden.

Volgend jaar al moet de bouw van start gaan van een spectaculair drijvend appartementeneiland met zestig wooneenheden. Illustraties tonen een complex
(‘Citadel’) dat eerder thuis lijkt te horen in Dubai dan in het Westland. Op het grillig vormgegeven eiland van 60 bij 100 meter staan luxueuze gestapelde
villa’s – drie hoog – met palmbomen ertussen en aan alle kanten aanlegplaatsen voor bootjes. De drijvende toegangsweg duikt ondergronds naar een parkeergarage met 150 plaatsen, recht onder de huizen. ”Het is simpel met bestaande technieken te realiseren”, vertelt ontwerper Koen Olthuis (Waterstudio.NL).
”Je bouwt in een droogdok met behulp van een bekisting en een tijdelijke stabilisatiefundering een betonnen bak. Die wordt ongeveer 3 meter diep. De wet
van Archimedes vertelt wat je erop kunt bouwen, zonder kopje onder te gaan wanneer het gebied onder water wordt gezet.” Bouwen op drijvende constructies
is niet nieuw. In het naburige Naaldwijk realiseerde Dura Vermeer vijf jaar geleden al zijn roemruchte drijvende kas – op een eps drijflichaam en een met
staalvezel gewapende betonvloer. Dat de techniek wordt gebruikt om aantrekkelijke woningbouw te realiseren midden in een enorme waterberging is wel
een noviteit. Waterstudio.NL bedacht in opdracht van Ontwikkelingsmaatschappij het Nieuwe Westland (ONW) en in samenwerking met ingenieursbureau Van der Waal & Partners een stedenbouwkundig plan met acht ‘waterkamers’ met ieder een eigen karakter, dichtheid en waterbeleving. Als de eerste kamer, met de Citadel, af is, wordt deze vol gezet met water. Het werk aan de volgende waterkamer kan daarna beginnen. Uiteindelijk komt 27 van de 80 hectare onder water te staan.
Goed voor watersporters, vogels en vissen, maar ook voor uiteenlopende bouwvormen.

Waterkamer

Het totaalplan Het Nieuwe Water bevat kamers met paalwoningen, met terpwoningen en met drijvende privé-eilandjes (400, 600 en 1000 vierkante meter). Maar het heeft ook een waterkamer met sociale woningen rond een paar nieuwe haventjes. Olthuis: ”Het gaat om een wijkje met een Venetiaanse schaal en dichtheid.” De waterkamers worden een voor een in het droge gebouwd en vervolgens onder water gezet. Ontwikkelingsmaatschappij het Nieuwe Westland
(ONW) – een pps-constructie tussen Gemeente Westland, provincie Zuid-Holland Hoogheemraadschap van Delfland en de private Ontwikkelings- en
Participatiebedrijf Publieke sector BV – wil in het gebied 1200 woningen realiseren. Er wordt ook zo’n 1 miljoen kuub aarde afgegraven. ONW slaat met het
plan ‘Het Nieuwe Water’ een paar vliegen in één klap. De Poelpolder ligt op een van de laagste punten van het Westland en heeft in het verleden veel problemen
gehad met wateroverlast. Extra waterbergingscapaciteit is daarom dringend noodzakelijk in het gebied. Het oog viel op de Poelpolder omdat dit
glastuinbouwgebied verouderd is, deels doordat bedrijven er geen uitbreidingsmogelijkheden hebben. Uitkopen van de glastuinders is kostbaar, maar
door in de plaats ervan zowel woningbouw als een waterberging te realiseren wordt het betaalbaar. Omdat de belangen van de betrokken partijen samenvallen,
worden in Het Nieuwe Water bovendien makkelijk spijkers met koppen geslagen als het gaat om vergunningen, regelgeving en uitvoeringsbesluiten. ONW heeft
inmiddels 95 procent van de grond in handen. Daarvan komt een derde onder gemiddeld 1,40 meter water te staan – boezempeil. Op plaatsen waar drijvende
woongebouwen komen wordt het water tot 4 meter diep. Daarvan komt een derde onder gemiddeld 1,40 meter water te staan – boezempeil. Door het wateroppervlak op boezemniveau te brengen ontstaat een continu berging voor het boezemsysteem, dat daardoor robuuster wordt. Door een toelaatbare peilstijging van 35 centimeter kan totaal 75.000 kubieke meter water geborgen worden. Bij calamiteiten dat niveau nog eens met 30 centimeter stijgen, waardoor een extra piekberging ontstaat van 75.000 kubieke meter. Bij calamiteiten kan het waterpeil nog eens met 30 centimeter stijgen, waardoor een extra piekberging
ontstaat van 75.000 kubieke meter. ”Bij het Hoogheemraadschap Delfland waren ze direct enthousiast, want zij moeten uiterlijk 2010 hun wateropgave gerealiseerd hebben”, vertelt planmanager Marleen van Giesen (ONW). ”Opofferen van een polder betekent bovendien dat ze een gemaal kunnen uitzetten.”

Ecologische zone

De randen van het gebied zijn groen en blijven dat ook. Ze moeten fungeren als ecologische zone. Olthuis: ”Je zou het hele gebied kunnen zien als een schilderij. We laten de lijst intact, maar leggen er een nieuw schilderij in.’ Fiets- en wandelpalen door de groene randen verbinden het gebied met het Staelduinse Bos en de Nieuwe Waterweg. In de buitenranden komt ook de hoofdinfrastructuur. Water, riolering, gas en elektra van de drijvende woningen worden hierop met behulp van flexibele leidingen op aangehaakt. Ingenieursbureau Van der Waal & Partners onderzoekt ook een mogelijke energiekoppeling met omliggende tuinbouwkassen. ”De glastuinbouw heeft veel overtollige warmte die we kunnen gebruiken voor verwarming van de woningen. En we bekijken het gebruik
van geothermie”, vertelt Paul van Zundert (projectleider Van der Waal & Partners). ”Voorwaarde is natuurlijk dat we uit de kosten komen van het slaan
van de benodigde bronnen.” Die bedragen ongeveer 10 miljoen euro.

Voorbeeld

De grootschalige ontpoldering in Westland is volgens Olthuis een lichtend voorbeeld voor de 3500 polders die Nederland nog heeft. ”Het is onvermijdelijk
dat we een aantal daarvan gaan inrichten als waterbuffers. Wij creëren hier een proeftuin waarin we aantonen dat dit niet hoeft te betekenen dat zo’n gebied
onbruikbaar wordt. Waterwonen is geëvolueerd van IJburg – huizen met steigertjes erbij – tot compleet ontworpen waterwijken die profiteren van alle technieken die inmiddels zijn bedacht. En daarvoor hebben we ook nog eens een gezonde financiële onderbouwing.”

Click here to read the article

Click here for the website 

Appartementen op drijvende bouwgrond

Cobouw, Jan van Straveren

Architect Koen Olthuis heeft een drijvend appartementencomplex in Woubrugge ontworpen. Het is een spin-off van zijn betrokkenheid bij een project van 404 woningen op drijvende bouwgrond in Dubai. De omstandigheden in Woubrugge zijn relatief bezien uiterst vriendelijk. Daar zijn dan ook geen moeilijkheden te verwachten.

Het ontwerp voor het complex in Woubrugge bestaat uit twee groepen van drie gebouwen, elk rond een centrale binnenplaats. Elk gebouw bevat twee tot vier woningen. Het complex zou moeten komen op een locatie aan het water van de Heijmanswetering.
Volgens Olthuis, van Architectenbureau Waterstudio.nl, kan het complex worden gerealiseerd op ‘drijvende bouwgrond’ of op de gebruikelijke palen. “Wij gaan voor de drijvende uitvoering”, zegt Olthuis: “Dat geeft een directer contact met het water. De woning op palen zetten betekent een wat hoger aanlegniveau.”
Het complex op drijvende bouwgrond zetten betekent in dit geval op een betonnen bak met een waterdoorsnijdend oppervlak van 50 bij 50 meter. Gezien de belastingen kan het nodig zijn voorzieningen te treffen om ervoor te zorgen dat mensen niet zeeziek worden. Bepalend daarvoor zijn versnellingen en hoekversnellingen. Om die af te zwakken kan het nodig zijn dempers aan te brengen. In Woubrugge zal dat naar verwachting niet nodig zijn, omdat bijvoorbeeld de golfslag die kan worden verwacht, die voorziening niet rechtvaardigt.

Uitdaging

Voor een project voor waterwoningen in open water bij Dubai zijn de ‘anti-zeeziekdempers’ wel essentieel, licht Olthuis toe. Bij de ontwikkeling van het concept werkt Waterstudio.nl samen met Dutch Docklands International en Royal Haskoning.
Technisch bezien is het een uitdaging woningen te situeren in open water op ‘drijvende bouwgrond’. In Woubrugge zijn volgens Olthuis echter geen problemen te verwachten. Want er is weinig golfslag. Het is wel zo dat hoe groter de oppervlakte van de drijvende funderingen hoe minder last er is van externe belastingen zoals golfslag, een huis vol waterbedden of een zware vracht voor de deur van een woning. Het complex in Woubrugge is ontworpen voor de VDR-Groep, een bouwbedrijf dat ontwikkelt, bouwt, installeert, beheert en onderhoudt. VBR-Groep is doende met verwerven van grond. Daarvoor wordt nog overlegd met de gemeente en de provincie. Er wordt gesproken over de locatie aan de Heijmanswetering en een alternatief elders. In Woubrugge komt het complex gedeeltelijk in het water te liggen, een klein gedeelte van het land wordt ontgraven. Het complex heeft zijn grootste hoogte aan het water en loopt af naar de weg die langs het water loopt. De woningen aan de kanaalzijde hebben de woonkamer boven de botenhuizen. Op het binnenterrein van het complex is parkeergelegenheid. Vanaf de weg is er door het botenhuis zicht op het water.

Grondwater

Drijvende bouwgrond kan volgens Olthuis ook worden toegepast op locaties die niet aan het water liggen. Dan zou een complex kunnen drijven op het grondwater. Dat zou zinvol kunnen zijn voor woningen op locaties met een slechte grondslag. Bekend is dat wegen en tuinen daar wegzakken. Als het grondwaterpeil wordt aangepast zakt de woning mee. Ophoogwerk kan daarmee worden vermeden.
De technieken die bij het complex met 404 woningen in Dubai worden gebruikt zijn bekend vanuit de offshore. Olthuis laat weten dat geïnteresseerde eigenaars daarvoor weinig interesse tonen. Potentiële bezitters van huizen op het water willen eigenlijk maar drie dingen weten: is het pand verzekerbaar, is het te financieren en gaat het 100 jaar mee.
Olthuis zegt dat wonen op het water niet echt veel anders is dan wonen in Amsterdam. Die stad bestaat eigenlijk ook uit honderden eilandjes met woningen op palen. Met al het water eromheen zie je het verschil met een woning op drijvende bouwgrond eigenlijk helemaal niet. Hij vindt overigens wel dat we in Nederland daar moeilijk tegenaan kijken. Het wonen aan het water heeft hier een negatief imago. De associatie met overstromingen en de daaraan verbonden narigheid ligt voor de hand. In het buitenland is daar geen sprake van, stelt Olthuis vast.

Click here to read the article

Click here for the website

Niets staat uitbundige architectuur op water meer in de weg

Cobouw, Inge Pranger

rijswijk – De eerste echte opdracht is al binnen: een drijvend hotel van 45 bij 80 meter in een baai van Aruba. Architect Koen Olthuis van Waterstudio.nl ziet de toekomst duidelijk voor zich. Drijvende steden, uitbundige architectuur op het water. “Het is nu slechts een kwestie van afwachten.”

“De techniek is betaalbaar, het patent op de bouwgrond is beschermd, uitgewerkt en doorgerekend”, zegt Olthuis. Niets staat grootschalig bouwen op water meer in de weg, behalve regelgeving en een opdrachtgever die durft.

Waterwoningen en grote boorplatforms op drijvende elementen zijn niet nieuw. Maar wel de manier waarop modules van 100 bij 100 meter aan elkaar kunnen worden gekoppeld en een complete woonwijk op het water is te bouwen. Ideeën hierover als oplossing voor woningnood en tot nu toe onbewoonbare overloopgebieden bestaan al lang, maar die stap zijn we volgens Olthuis voorbij. “De volgende stap is een giant leap, het kan stedenbouw wereldwijd veranderen”, verzekert hij omdat het nu uitvoerbaar is.

Olthuis en zijn compagnon Paul van de Camp, directeur van Dutch Docklands International (DDI) kozen de WaterfrontExpo in Riga uit om naar buiten te komen met bouwplannen als drijvende restaurants en hotels tot boulevards met een oppervlakte van 8000 vierkante meter.

Het basisidee voor de nieuwe bouwtechniek van aan elkaar geschakelde drijvende pontons van betonnen elementen en piepschuim was een half jaar geleden al klaar, maar het duo wilde eerst patent aanvragen op de nieuwe methode.

Experimenten

“Achteraf bekeken hadden we geen beter moment kunnen uitkiezen”, zegt projectontwikkelaar Van de Camp. “Staatssecretaris Schultz heeft niet voor niets pas geleden vijftien locaties aangewezen waar mag worden geëxperimenteerd met buitendijks bouwen. Met de watersnoodramp in New Orleans en de tsunami nog vers in het geheugen, heeft de waterproblematiek wereldwijd nog nooit zo hoog op de agenda gestaan.”

“Tot nu toe zijn we alleen maar gewend geweest te vechten tegen het water”, vult Olthuis aan. “Maar van het water verlies je het altijd. Het is veel te sterk. Dat blijkt keer op keer. Heel vervelend natuurlijk, maar het draagt wel bij aan een veranderende mentaliteit, het besef dat de knop om moet.”

Met TNO, die het concept de komende jaren doorontwikkelt, is een exclusiviteitsovereenkomst gesloten. Het onderzoeksinstituut heeft de drijvende bouwgrond op een levensduur getest van honderd jaar. Olthuis: “Eerst voor rustig water met weinig stroming, later volgen de rivier en open water met sterke stroming tot bij wijze van spreken gigantische plateaus de hoogste golven afdekken op de meest wilde zee, zonder dat er iets van deining is te merken.”

Vijf jaar geleden besloten de waterbouwers de koe bij de hoorns te vatten. Ze hebben een paar grote bedrijven laten uitrekenen wat het kost om aan elkaar geschakelde pontons in grote oppervlakten te fabriceren. Technisch kan het, zo luidde de conclusie, maar wel voor zon 1800 euro per vierkante meter. Economisch bleek het niet haalbaar.

Van de Camp: “Toen zijn wij zelf aan de slag gegaan. Door alle tot nu toe bedachte oplossingen en technieken te mixen en het eisenpakket helemaal terug te brengen naar de basis. Waar moet de bouwgrond aan voldoen? Het moet betaalbaar zijn en overal, waar ook ter wereld prefab in forse hoeveelheden kunnen worden geproduceerd in goed verkrijgbare materialen. Dat scheelt transportkosten, bovendien genereert het werk. Wij zijn geen bouwers. Wij leveren het concept en het recept, waarna de lokale aannemer kan bouwen.”

Het schakelsysteem maakt een stedenbouwkundige structuur mogelijk à la Amsterdam, “of wat dacht je van Venetië met pittoreske kronkelige kanaaltjes”. “We kunnen Amsterdam dat vanwege de drassige ondergrond ooit op palen is gebouwd, met de huidige technieken zo opnieuw bouwen, alleen drijvend.”

De ogen van Olthuis glimmen bij het idee van de uitzinnige architectuur die mogelijk is op het water, onontgonnen gebied waar nog alles kan. Hoe de ingekakte architect van tegenwoordig, die allang geen bouwheer meer is, zijn rol als creatieve richtinggever weer op zich kan nemen en er een hele nieuwe architectuurstijl kan ontstaan.

De waterbouwers staat te popelen de Nederlandse pioniersgeest weer nieuw leven in te blazen. Olthuis: “Wat nu innoveren op gebied van ict? Neem water als exportmiddel! BV Nederland Waterland, we zijn er groot mee geworden. Baggeren, deltawerken en hoogstaande offshoretechnieken.” Had dit idee in een ander land kunnen ontstaan? Het duo weet wel zeker van niet.

Bouwprojecten in portefeuille

Vanwege de ingewikkelde regelgeving in Nederland hebben Waterstudio.nl en DDI besloten eerst op internationaal projecten in te zetten. Van de Camp: “We houden een zwak voor Nederland, maar een oliesjeik heeft van niemand goedkeuring nodig. Hij zet zijn handtekening en dan kunnen we morgen beginnen.”

Zodra de opdrachtgever op Aruba de financiering rond heeft begint de bouw van het drijvende hotel. Half november vertrekt Van de Camp naar drie van de Verenigde Arabische Emiraten waar belangstelling is voor een drijvende ronddraaiende toren van 100 meter hoog (doorgerekend door DHV Rotterdam).

Click here to read the article

Click here for the website

Back To Top
Search