Nog maar mondjesmaat wint de waterwoning (een drijvende woning of een woning op palen) aan populariteit, ook nu berging van water in Nederland een steeds groter probleem wordt en de ruimte om te bouwen schaarser. Dat een land dat wereldwijde faam geniet in de strijd tegen het water niet voorop loopt in het bouwen met het water, is vooral projectontwikkelaars aan te rekenen.Dat vindt althans Chris Zevenbergen van Dura Vermeer, een van de weinige bouwconcerns die wel serieus werkt aan innovaties op het gebied van bouwen met water. Meervoudig ruimtegebruik (wonen op water) komt onafwendbaar op ons af, weet Zevenbergen. ‘We zijn hier altijd gewend geweest land droog te pompen. We zullen straks zeker toe moeten naar woonwijken waar water niet alleen wordt vastgehouden maar ook nog eens gecontroleerd kan worden ingelaten.’Dura Vermeer ontwikkelde in de Maas bij Maasbommel 46 ‘amfibische’ woningen, woningen die meebewegen met het stijgende water. Dat project geldt als het voorbeeld van hoe het bieden van meer ruimte aan water gecombineerd kan worden met het bouwen van woningen. Ook is dit bedrijf verantwoordelijk voor de eerste drijvende kas, in Naaldwijk.Die twee initiatieven zijn nog maar de opmaat tot veel grotere projecten waarbij Dura Vermeer de berging en het beheer van water wil combineren met bouwen. Zevenbergen: ‘Het gaat ons veel meer om het ontwikkelen van nieuwe, bouwkundige concepten. De stedenbouw zal zijn dominante rol moeten gaan delen met water. In laaggelegen, dichtbevolkte gebieden als onze Deltametropool is een innovatieve manier van bouwen noodzakelijk.’Zeespiegelstijging, bodemverzakking, extreme regenval en meer aanvoer van rivierwater, klimatologen zijn het er over eens dat het watervraagstuk de komende decennia steeds meer aandacht gaat vragen. Tegelijkertijd blijft de druk op de ruimte in de Deltametropool (monding Rijn en Maas, onder de zeespiegel gelegen, vijf miljoen inwoners) toenemen. De verstening leidt nu al vaak tot overlast: na hoosbuien staan in het Westland de woningen blank, de bodem kan al dat water niet meer verwerken.Volgens Zevenbergen hebben de overheden oog voor de waterproblematiek. Hij wijst op het feit dat het een belangrijk onderwerp is voor het Innovatie Platform van het rijk, dat veel gemeenten bij bouwplannen ruimte maken voor waterberging en dat er bij de rivieren mag worden geëxperimenteerd met buitendijks bouwen. Minder enthousiast is hij over de inspanningen van ontwikkelaars: ‘Die zijn nog veel te weinig bezig met waterbestendig bouwen.’Bouwen met het water moet een soort nieuw Deltawerk van Nederland worden, vindt Zevenbergen. Hij wijst op een polder in de Haarlemmermeer waar minstens vijftienduizend woningen moeten worden gebouwd en die tevens is aangewezen als locatie voor waterberging. ‘Woningen op palen, drijvende woningen, bij zo’n opgave ben je verplicht om naar creatieve oplossingen te zoeken.’Dat geldt ook voor het plan-Westergouwe, een bouwplan van de gemeente Gouda in een van de diepstgelegen polders van Nederland. De kritiek dat het onzinnig is op zo’n risicovolle plaats te bouwen, deelt Zevenbergen niet. Het plan om in Westergouwe een hele drijvende wijk te bouwen getuigt juist van een innovatieve aanpak.Dat water als bouwgrond de toekomst heeft is de vaste overtuiging van Koen Olthuis, architect van Waterstudio.nl. Hij ontwerpt louter en alleen waterwoningen, waarvan er volgend jaar vier in de Leidse wijk Roombeek worden gerealiseerd. Hoewel veel van zijn ontwerpen vooral als vingeroefeningen moeten worden gezien (van een drijvend restaurant voor de kust voor IJmuiden tot futurologisch ogende hoogbouw in Dubai) weet Olthuis zeker dat hij de juiste markt heeft aangeboord.‘Met de ruimtenood in Nederland zal het toch meer en meer aankomen op meervoudig ruimtegebruik. Hoe kun je water verder nog economisch benutten? Daar zal het in de toekomst over gaan. Technisch is er geen enkel beletsel om te bouwen op water.’Dat de waterwoning niet altijd de toekomst heeft, bewijst de ervaring van het bouwbedrijf Ooms dat in Leeuwarden een aantal waterwoningen neerzette. De belangstelling viel tegen, mede omdat de woningen aan steigers lagen en de auto een eindje weg moest worden geparkeerd.Dat soort problemen voorzien de initiatiefnemers van de Waterbuurt West op het Amsterdamse IJburg niet. Daar wordt volgend jaar zomer begonnen met de bouw van een drijvende buurt. De paalwoningen moeten in 2007 klaar zijn, de drijvende huizen het jaar daarop.
New Water Villa: ver van de functionele Nederlandse architectuur
By Bob Witman
Volkskrant
October.2014
Opgetrokken uit corian in plaats van baksteen, bochtig in plaats van strak. Tussen de kassen van Naaldwijk staat een fraai ‘net geen herenhuis’.
De New Water Villa.
Het ziet eruit als een villa waar James Bond graag cocktails drinkt, met precies de goede space age-achtige uitstraling die zo populair was in jaren zestig, toen we de maan bewandelden. New Water Villa ligt in de polder bij Naaldwijk, verscholen achter kassen. Een woning in de vorm van een boemerang, geheel opgetrokken uit wit corian, een composiet dat vrijwel alleen nog wordt toegepast als meubelmateriaal. Met zijn U-vormige hoeklijsten oogt de bungalow als een sexy ufo.
New Water Villa is een ontwerp van Koen Olthuis van architectenbureau Waterstudio. Net als een ander, onlangs gebouwd spectaculair woonhuis, Villa Kogelhof van Paul de Ruiter Architecten in Zeeland, is ook deze villa het resultaat van dapper particulier opdrachtgeverschap. Olthuis kreeg van de bewoners de vrije hand: het huis, het interieur en de tuin: hij mocht het allemaal vormgeven. De kwekersfamilie uit Naaldwijk wilde een herenhuis, maar liet zich verrassen.
Een herenhuis is het niet geworden. Ze kregen geen baksteen, maar wit composiet met glas en hout. Geen rechte plattegrond met gangen en kamertjes, maar golvende vertrekken die naadloos in elkaar overlopen. Geen oprijlaan met klinkers, maar asfalt. Geen Franse siertuin, maar kunstgras en hier en daar een polletje groen.
Architect Olthuis bouwt niet vaak op land. Zijn niche is drijvende architectuur. In Nederland, maar ook in het buitenland, waar hij het materiaal corian eerder toepaste voor stadsbouw op water bij de laaggelegen Malediven.
Corian is een relatief nieuwe kunststof, althans, in het buitengebruik. Dat is altijd tricky, omdat het onzeker is hoe het veroudert. Maar corian is keihard, duur, polijstbaar en houdt zich volgens Olthuis uitstekend, zelfs in een zoutwateromgeving.
De New Water Villa.
Onorthodoxie
Wat opvalt in Naaldwijk is niet alleen de onorthodoxie van het materiaal, maar ook de vorm. De villa heeft een heel leesbare contour, bijna kinderlijk eenvoudig. ‘Readable architecture’, noemt het bureau dat zelf.
Sensueel, makkelijk na te tekenen en ver weg van de functionele architectuur die in Nederland gangbaar is. Waar vorm altijd een ratio heeft en mooi nooit alleen maar mooi mag zijn. Dit huis is eerder benaderd als een product waarbij vorm en materiaal de dienst uitmaken, dan als een werk van architectuur waar volume en schaal leidend zijn.
Olthuis is opgeleid als industrieel ontwerper en als architect. Het is verleidelijk om in het Zuid-Hollandse kassenlandschap te zeggen: ja-dat-kun-je-wel-zien-ook. Zijn aanpak van de buitenzijde loopt door in het interieur, waar hij hetzelfde materiaal gebruikt als buiten: een keukenblad van gebogen corian, de keukenkastjes en het corian haardmeubel zijn bekleed met gecapitonneerde stof.
De slaapruimtes zitten in het souterrain, omdat boven het maaiveld slechts een beperkt aantal vierkante meters mocht worden bebouwd. De tuin is oorverdovend simpel, met een strookje kunstgras tegen de voet van de gevel aan, om de scheiding tussen het groen en het witte corian zo scherp mogelijk te houden.
De boemerang ligt met de holle kant naar het water en de polder gericht met een doorlopende glaswand die op een exceptionele wijze in een hoek van 90 graden buigt. Dat glas geeft, zowel buiten als binnen, onvermoede weerkaatsingen waardoor je je soms in het lachspiegelhuis van de kermis waant.
De bolle zijde van de villa, gekeerd naar de oprijlaan, is relatief gesloten. De elleboogpunt van de boemerang herbergt de hoofdentree. De bewoners gingen akkoord met de moderniteiten van de architect, maar eisten wel een entree. Dus kregen ze een voordeur met een statig natuurstenen trapje.
Het bochtenwerk is cruciaal. Het zit in het interieur, het glas en natuurlijk in de kopse buitenzijdes, die de villa het karakteristiek geven van twee platgedrukte U’s die op hun zij liggen. De keuze voor die rondingen leidde voor de architect automatisch tot het materiaal corian. Dat kun je verhitten en in een mal gieten, waardoor je volmaakt gladde rondingen krijgt. Iets wat je met steen nooit kunt nadoen,
De binnenruimte voelt prettig aan, door het bochtenwerk ontstaat een natuurlijke compartimentering. Het gebogen glas is spectaculair, maar dat corian is wel heel erg wit. Je loopt constant rond met de gedachte en-wie-moet-dat-allemaal-schoonhouden?
Maar volgens de corianfabrikant is het onderhoudsvriendelijk en duurzaam, hoewel kostbaar in de basisprijs. Voor de vorm van het huis is het corian ononvertroffen. Het is van dichtbij net zo smooth als op de foto. Dat kun je niet altijd zeggen in de architectuur.
De New Water Villa.