Skip to content
Architecture, urban planning and research in, on and next to water
+31 70 39 44 234     info@waterstudio.nl

New Water Villa: ver van de functionele Nederlandse architectuur

By Bob Witman
Volkskrant
October.2014

 

Opgetrokken uit corian in plaats van baksteen, bochtig in plaats van strak. Tussen de kassen van Naaldwijk staat een fraai ‘net geen herenhuis’.

De New Water Villa. Beeld Koen Olthuis

Het ziet eruit als een villa waar James Bond graag cocktails drinkt, met precies de goede space age-achtige uitstraling die zo populair was in jaren zestig, toen we de maan bewandelden. New Water Villa ligt in de polder bij Naaldwijk, verscholen achter kassen. Een woning in de vorm van een boemerang, geheel opgetrokken uit wit corian, een composiet dat vrijwel alleen nog wordt toegepast als meubelmateriaal. Met zijn U-vormige hoeklijsten oogt de bungalow als een sexy ufo.

New Water Villa is een ontwerp van Koen Olthuis van architectenbureau Waterstudio. Net als een ander, onlangs gebouwd spectaculair woonhuis, Villa Kogelhof van Paul de Ruiter Architecten in Zeeland, is ook deze villa het resultaat van dapper particulier opdrachtgeverschap. Olthuis kreeg van de bewoners de vrije hand: het huis, het interieur en de tuin: hij mocht het allemaal vormgeven. De kwekersfamilie uit Naaldwijk wilde een herenhuis, maar liet zich verrassen.

Een herenhuis is het niet geworden. Ze kregen geen baksteen, maar wit composiet met glas en hout. Geen rechte plattegrond met gangen en kamertjes, maar golvende vertrekken die naadloos in elkaar overlopen. Geen oprijlaan met klinkers, maar asfalt. Geen Franse siertuin, maar kunstgras en hier en daar een polletje groen.

Architect Olthuis bouwt niet vaak op land. Zijn niche is drijvende architectuur. In Nederland, maar ook in het buitenland, waar hij het materiaal corian eerder toepaste voor stadsbouw op water bij de laaggelegen Malediven.

Corian is een relatief nieuwe kunststof, althans, in het buitengebruik. Dat is altijd tricky, omdat het onzeker is hoe het veroudert. Maar corian is keihard, duur, polijstbaar en houdt zich volgens Olthuis uitstekend, zelfs in een zoutwateromgeving.

De New Water Villa. Beeld Koen Olthuis

Onorthodoxie

Wat opvalt in Naaldwijk is niet alleen de onorthodoxie van het materiaal, maar ook de vorm. De villa heeft een heel leesbare contour, bijna kinderlijk eenvoudig. ‘Readable architecture’, noemt het bureau dat zelf.

Sensueel, makkelijk na te tekenen en ver weg van de functionele architectuur die in Nederland gangbaar is. Waar vorm altijd een ratio heeft en mooi nooit alleen maar mooi mag zijn. Dit huis is eerder benaderd als een product waarbij vorm en materiaal de dienst uitmaken, dan als een werk van architectuur waar volume en schaal leidend zijn.

Olthuis is opgeleid als industrieel ontwerper en als architect. Het is verleidelijk om in het Zuid-Hollandse kassenlandschap te zeggen: ja-dat-kun-je-wel-zien-ook. Zijn aanpak van de buitenzijde loopt door in het interieur, waar hij hetzelfde materiaal gebruikt als buiten: een keukenblad van gebogen corian, de keukenkastjes en het corian haardmeubel zijn bekleed met gecapitonneerde stof.

De slaapruimtes zitten in het souterrain, omdat boven het maaiveld slechts een beperkt aantal vierkante meters mocht worden bebouwd. De tuin is oorverdovend simpel, met een strookje kunstgras tegen de voet van de gevel aan, om de scheiding tussen het groen en het witte corian zo scherp mogelijk te houden.

De boemerang ligt met de holle kant naar het water en de polder gericht met een doorlopende glaswand die op een exceptionele wijze in een hoek van 90 graden buigt. Dat glas geeft, zowel buiten als binnen, onvermoede weerkaatsingen waardoor je je soms in het lachspiegelhuis van de kermis waant.

De bolle zijde van de villa, gekeerd naar de oprijlaan, is relatief gesloten. De elleboogpunt van de boemerang herbergt de hoofdentree. De bewoners gingen akkoord met de moderniteiten van de architect, maar eisten wel een entree. Dus kregen ze een voordeur met een statig natuurstenen trapje.

Het bochtenwerk is cruciaal. Het zit in het interieur, het glas en natuurlijk in de kopse buitenzijdes, die de villa het karakteristiek geven van twee platgedrukte U’s die op hun zij liggen. De keuze voor die rondingen leidde voor de architect automatisch tot het materiaal corian. Dat kun je verhitten en in een mal gieten, waardoor je volmaakt gladde rondingen krijgt. Iets wat je met steen nooit kunt nadoen,

De binnenruimte voelt prettig aan, door het bochtenwerk ontstaat een natuurlijke compartimentering. Het gebogen glas is spectaculair, maar dat corian is wel heel erg wit. Je loopt constant rond met de gedachte en-wie-moet-dat-allemaal-schoonhouden?

Maar volgens de corianfabrikant is het onderhoudsvriendelijk en duurzaam, hoewel kostbaar in de basisprijs. Voor de vorm van het huis is het corian ononvertroffen. Het is van dichtbij net zo smooth als op de foto. Dat kun je niet altijd zeggen in de architectuur.

De New Water Villa. Beeld Koen Olthuis

 

Click here to read the article

Devorar el mar

La Vanguardia Magazine, Eva Millet, May 2014

En el 2001 se sumergió la primera piedra de la llamada Palm Jumeirah: la más pequeña de las tres islas artificiales del proyecto Islas Palm, frente a la costa de Dubái. El emirato del golfo Pérsico empezó el siglo XXI inmerso en un frenesí constructor que no sólo preveía dominar el desierto y levantar el edificio más alto del mundo, sino también expandirse hacia el mar. En un lugar donde hasta hacía poco la hoja de palmera era el material constructivo básico, la silueta de este árbol, incrustada sobre el agua, formando la primera de las islas, se convirtió en una demostración de fuerza para unos y de megalomanía para otros.

En el 2001 se sumergió la primera piedra de la llamada Palm Jumeirah: la más pequeña de las tres islas artificiales del proyecto Islas Palm, frente a la costa de Dubái. El emirato del golfo Pérsico empezó el siglo XXI inmerso en un frenesí constructor que no sólo preveía dominar el desierto y levantar el edificio más alto del mundo, sino también expandirse hacia el mar. En un lugar donde hasta hacía poco la hoja de palmera era el material constructivo básico, la silueta de este árbol, incrustada sobre el agua, formando la primera de las islas, se convirtió en una demostración de fuerza para unos y de megalomanía para otros.

En Panamá, la llamada Cinta Costera, 26 hectáreas de terreno ganadas al mar, es ya una realidad: incluye una nueva autovía y numerosas zonas verdes. En el Mediterráneo, el Principado de Mónaco, un densísimo paraíso fiscal con mucha demanda de vivienda, ha decidido seguir ganando terreno al mar en este siglo, creando un nuevo barrio en la zona de Portier. En total, una superficie de seis hectáreas que incluirá una lujosa zona residencial y comercial y una marina para los yates.

El proyecto, una apuesta personal de Alberto II, el actual príncipe, ha sido otorgado a una constructora francesa y a tres despachos de arquitectura, entre los que destaca el del premio Pritzker Renzo Piano. No han trascendido planos ni imágenes virtuales, pero se sabe que la inversión superará los mil millones de euros y el proyecto se completará hacia el 2024. Una iniciativa similar, del doble de extensión, fue diseñada en el 2008 por los también arquitectos estrella Daniel Libeskind y Norman Foster. Se abandonó la idea debido a la crisis financiera mundial y, también, a motivos medioambientales.

El medio ambiente no parece ser una preocupación en los Emiratos Árabes: para sentar las bases de las dos primeras Islas Palm se requirieron casi 300 millones de metros cúbicos de arena, dragada del fondo del mar. Las obras fueron tan agresivas que, según diversos estudios realizados, se ha dañado de forma casi irremediable el ecosistema marino, además de llenar de cieno las otrora cristalinas aguas del golfo de Dubái.

La tercera fase, la llamada Palm Deira, precisó un volumen aún mayor de materiales, mientras que el archipiélago El Mundo (300 islas artificiales que conformaban la silueta de los países del planeta) arrojó otro gran número de toneladas de piedras y arena al fondo del mar antes de pararse, también por causas financieras, pero no medioambientales.

De todo lo desarrollado en menos de una década en el mar frente a Dubái, solamente está habitado el Jumeirah, donde se construyeron –y vendieron a precios astronómicos– decenas de villas y apartamentos. Según el diario inglés ‘The Daily Telegraph’, sus residentes se quejan hoy de las igualmente astronómicas facturas de electricidad que pagan por el aire acondicionado, que han de tener encendido de forma casi permanente. También se han dado problemas ocasionales con la fontanería que les han obligado, en más de una ocasión, a utilizar los baños públicos de uno de los centros comerciales existentes. La Palmera cuenta, por supuesto, con varios de estos complejos, además de las marinas y los hoteles de lujo que se publicitaron con el proyecto.

Lujo es un sustantivo que se repite constantemente en la actual tendencia de construir sobre el mar. En el siglo XXI vivir sobre el agua es signo de exclusividad. Algo chocante si se tiene en cuenta que (Venecias aparte) a lo largo de la historia, este hábitat ha sido sinónimo de precariedad. En Asia, los más pobres, los marginados, son quienes han vivido tradicionalmente mecidos por las mareas: como los tankas, que habitan en juncos en las zonas costeras del sur de China, Hong Kong y Macao y a quienes se les llama “los gitanos del mar”. En el Pacífico, los bajaut laut o “nómadas del mar” son una tribu remota y pobre que habita en barcazas de las que prácticamente no descienden o en cabañas construidas sobre postes a varios kilómetros de la costa.

El sistema de los postes ha sido copiado en muchos centros turísticos de lugares como la República de las Maldivas, donde las ristras de coquetos bungalows sobre las aguas del Índico se han convertido en sinónimo de vacaciones soñadas. Abundan en todo este país, compuesto de 1.200 islas, y es un modelo que se ha exportado a otros destinos similares.

Ahora, en una vuelta de tuerca, el Gobierno de Maldivas ha puesto en marcha un proyecto bautizado Las 5 Lagunas, que pretende urbanizar cinco atolones del paradisiaco archipiélago con infraestructuras flotantes. Se promoverán desde viviendas de lujo e islas privadas hasta un campo de golf y un centro de congresos, todo flotante. El proyecto se ha encargado a la empresa holandesa Dutch Docklands, especializada en estructuras de este tipo.

La compañía, con sedes en Amsterdam, Dubái y Maldivas, confirma vía correo electrónico que ya se ha iniciado la construcción de la primera fase: “Se llama La Flor del Océano y consiste en 185 impresionantes casas sobre el mar, conectadas por un embarcadero, formando esta flor, que es el símbolo nacional de las Maldivas”, explica Klaas Boon, uno de sus responsables. Añade que las viviendas están a la venta “bajo la exclusiva etiqueta de Christie’s International Real Estate” y que los precios se sitúan “sobre el millón de dólares por villa”.

El arquitecto del proyecto es el también holandés Koen Olthuis, cuya compañía, Waterstudio, se describe como la primera firma de arquitectura dedicada en exclusiva a “vivir en el agua”. Olthuis, de 42 años, se define como un pionero en “un nuevo mercado” que lleva la arquitectura “más allá de la costa, creando nuevas posibilidades flotantes para ciudades en crecimiento por todo el mundo”. La prognosis, explicada desde Waterstudio, es que, hacia el 2050, aproximadamente el 70% de la población mundial va a vivir en áreas urbanizadas. Dado el hecho de que el 90% de las ciudades más grandes del mundo está en la costa, “hemos llegado a una situación en la que estamos obligados a replantear el modo en el que vivimos con el agua”.

Contactado telefónicamente Olthuis, pionero de las islas flotantes, mientras se encontraba de vacaciones en la sólida Mallorca, explica que para él, construir sobre el mar es tanto una moda como una necesidad. “Expandir la ciudad hacia el mar, en casos como Nueva York, Tokio, Hong Kong o Singapur, ciudades cada vez más densas y pobladas, ha sido una necesidad”, explica. “Pero en el futuro las ciudades necesitarán más flexibilidad: las urbes cambian constantemente, por lo que lo interesante sería hacer ciudades flexibles, en el agua: edificios flotantes con distintas funciones, que puedas mover con bastante rapidez según las necesidades”, señala.

Olthuis añade que, dado que cada vez son más la urbes amenazadas por las subidas del agua, si se apuesta por construir edificios que floten, el peligro de inundaciones se minimiza. “Así que creo que construir sobre el mar se basa en tres cosas: la seguridad, el espacio y la flexibilidad –resume–. Aunque también hay una moda, una tendencia, porque los arquitectos y los urbanistas e, incluso, los gobiernos, vemos las posibilidades del agua. Cada vez hay más gente que se interesa por el tema!”.

La idea holandesa resulta, como mínimo, más discreta, comparada con los megaproyectos de Dubái, la isla artificial de Yas, en Abu Dabi (un monumental parque temático y comercial que se empezó a construir en el 2006) o la ambiciosa Pearl City, en marcha en Kuwait (una ciudad que quiere llevar el mar al desierto).

Olthuis asegura que fabricar las estructuras flotantes fuera del sitio y anclarlas al fondo marino es altamente sostenible. “Si un siglo después sacas nuestro proyecto –afirma–, no quedarán cicatrices en el paisaje, porque son edificios flotantes. No hay obras, no vertemos toneladas de arena ni dañamos el medio ambiente. Y eso es lo que el Gobierno de las Maldivas busca, porque no quiere estropear lo que atrae a la gente a la islas”.

Los promotores también recuerdan que el archipiélago podría ser uno de los primeros países del mundo en desaparecer por el aumento de los niveles del mar. “Por eso, para ellos, es esencial introducir nuevos modos de construir ciudades sobre el agua”, reiteran los diseñadores holandeses. Que este proyecto es casi la solución a la amenaza del cambio climático se repite como un mantra en la información (tanto gubernamental como privada) sobre él. Aunque, si las aguas suben debido el calentamiento global, no parece que la respuesta más efectiva sea construir villas para multimillonarios en lugares vírgenes como las Maldivas o en islas artificiales como las de Dubái… Pese a la diferencia de escala, en ninguno de los casos aparece la supuesta función social de la arquitectura.

“Sí, es cierto que lo que estamos haciendo en Maldivas está dirigido, por un lado, a los superricos, a la gente que podrá pagarse esas viviendas –admite Olthuis–. Sin embargo, todos los conocimientos tecnológicos que ganamos con estos proyectos podrán aplicarse a otros con función social. Estamos en conversaciones con el Gobierno de Maldivas para llevar a cabo un plan de vivienda asequible para la población de la capital, donde hay serios problemas causados por la densidad”.

Pero estos argumentos no convencen a todos. “Unas islas flotantes son turismo masivo”, asegura, rotunda, Pilar Marcos, la responsable de la campaña de costas de Greenpeace España. “Los atolones son espacios coralinos, supuestamente protegidos, y como no tienen prácticamente terreno, ya que la franja costera es nula para el desarrollo urbanístico, se ha ideado este sistema de chalecitos flotantes que, aunque parezcan muy monos, tienen un impacto que es brutal”, agrega.

Las organizaciones ecologistas como Greenpeace denuncian la mercantilización del medio natural en todo el mundo, donde el mar abierto parece ser la nueva frontera. “No conformándonos con destruir la primera línea de costa, como se ha hecho en España, ahora vamos a ir a ganar terrenos al mar”, denuncia Marcos. Para Greenpeace, casos como el de Dubái, que han tenido unas nefastas consecuencias medioambientales, ya han demostrado que al mar es mejor dejarlo tranquilo. “Se acude a él tratando de buscar más espacio o una confortabilidad en una zona que, como Dubái, es una locura, por la ausencia de agua y de recursos naturales… Es algo aberrante: el querer convertirse en destino turístico a toda costa y que pague el medio ambiente”, indica.

Marcos señala que con estos proyectos, a menudo justificados por motivos económicos, se hace caso omiso al propio sector turístico, que demanda cada vez más espacios protegidos y no masificados. Además, en el Índico, señala, la presencia de nuevas infraestructuras, como casas y hoteles, hace que se pierden las características naturales del mar, “que ya no va a ser tan cristalino como antes…; el desarrollo de los recursos naturales no nos va a sacar de pobres”, concluye. ¿Aunque se insista en su sostenibilidad?

Con esto, advierte la activista de Greenpeace, hay que ir con muchísimo cuidado, pues a la clásica justificación económica para mancillar el medio natural, hoy se le suma la tendencia del ‘greenwashing’, literalmente, “lavado en verde” o vender como ecológico y sostenible algo que no lo es, esté en el Mediterráneo, en el desierto de Dubái o en un atolón de las Maldivas.

Click here for the website

Think Dutch, Build on water

 

 

Think Dutch, Robert Thiemann, Jeroen Junte & David Keuning, Dec 2013

Think Dutch! does not make any fundamental distinction between design and architecture. The book groups together the work of the young creative generation into 16 chapters with titles such as “Build on Water”, “Celebrate Food”, “Don’t Create for Eternity” or “Get Educated”. It poses thought-provoking questions such as: “Does this design yield new insight?”, “When does it make sense to use bio-degradable materials in architecture?” and “How can we establish self-sufficient food chains?” It is this critical approach to creative work that has become integral to Dutch architecture and design in recent decades.

This book presents 476 diverse architectural and design projects and products, devised by some of the most creative contemporary minds in this field; all provide positive proof of cutting-edge thinking, and investment in sustainable futures, exciting ideas that are inspirational, leading the way towards a brighter future.

Click here for the full article

 

First building activities New Water

Together with the owners and ONW’s project leader Marleen van Giesen, Koen Olthuis started the building activities of the New Water Project.

first building activities New Water

Written by Waterstudio

Photos: Ramona Thoen

Back To Top
Search