By Marijne Beijen
Het Parool
2025.february.03

Beeld Pauline Chovet
Het gesteggel over de Nieuwe Meervaart in Amsterdam-Nieuw-
West duurt al jaren, maar dat het theater in de Sloterplas komt,
lijkt steeds zekerder. In Lyon werd aan een oever van de Rhône in
2023 het eerste drijvende theater van Europa geopend. Na enige
aanvankelijke scepsis wordt het theater nu omarmd. Is het
gebouw een bron va n inspiratie voor Amsterdam?
Voor wie via snelweg A6 en de Pont Gallieni het centrum van Lyon binnenrijdt is het moeilijk te
missen. Op de Rhône drijft daar sinds eind 2022 Théâtre L’Île Ô, vrij vertaald het ‘eilandtheater’.
Een opvallend futuristisch object, zeker tegen een achtergrond van traditionele Franse
hoogbouw.
‘Meer een ruimteschip dan een theater,’ schreef de krant Le Parisien vlak na de opening. Die
vergelijking kan Koen Olthuis, architect van L’Île Ô, wel waarderen. Met zijn bureau Waterstudio
ontwikkelt hij al twee decennia wereldwijd drijvende gebouwen.
Olthuis was ook betrokken bij het ontwerp van tientallen villa’s op IJburg en de drijvende
woonwijk Schoonschip in Amsterdam-Noord. Zijn filosofie: bouwen op water is de toekomst.
Maar het ligt ook gevoelig, zeker in een stad. “Ik snap dat best,” zegt hij. “Je wil mensen vooral
niet het idee geven dat ‘hun water’ zomaar wordt toegeëigend.”
Serie Wereldstad
Er is geen stad als Amsterdam, maar veel zaken waar wij ons druk om maken, spelen ook elders
in de wereld. In de serie Wereldstad onderzoeken we hoe andere steden daarmee omgaan.
Modulair en dynamisch
Nog niet eerder was in Lyon iets met een publieke functie op het water gebouwd. Juist daarom
moest Théâtre L’Île Ô iets duurzaams worden, iets modulairs en iets dynamisch. Olthuis: “De
eigenaren hadden een vergunning voor 15 jaar gekregen, met daarna kans op 15 jaar verlenging.
Dat tijdelijke karakter gaf ons de kans om dit experimenteel aan te pakken. De gemeente gaf ons
veel meer mogelijkheden in het bestemmingsplan. En: het voelde voor de buurt een stuk minder
drastisch.”

Beeld Pauline Chovet
In de twee theaterzalen van L’Île Ô is plek voor 75 en 250 bezoekers. Maar eerlijk is eerlijk: zelfs
ondanks de compacte omvang van het theater was de buurt niet echt te porren voor een
gebouw op ‘hun’ Rhône. Op inspraakavonden passeerden 22 ontwerpen de revue. Toch raakte
het idee niet besmet. Het uiteindelijke ontwerp – 45 meter lang, 12 meter breed en 9 meter hoog
– werd geaccepteerd.
Olthuis: “We zijn niet gaan bekvechten, maar zijn telkens teruggegaan om te snappen waar de
buurt behoefte aan had. We zijn een relatie aangegaan met de omgeving om het ontwerp in
balans te krijgen.”
‘Olifant’ in de Sloterplas
Aan de zuidwestkant van de Sloterplas gaat het er afgelopen jaren steviger aan toe, weet
voormalig gemeentelijk stedenbouwkundige Ton Schaap maar al te goed. Daar moet Theater de
Meervaart een nieuw gebouw van 7500 m2 krijgen op het water, met onder andere drie grote
theaterzalen, foyers, kantoren en werkplaatsen voor makers, en een laad-en losdok waar twee
vrachtwagens in moeten kunnen rijden. Budget: zo’n 100 miljoen euro.
‘Een buurt voelt het goed aan als je te veel wegneemt en te weinig
teruggeeft’
Sinds de locatie in de Sloterplas voor het eerst werd genoemd staan bewoners, politici en
(natuur)organisaties in de rij om protest aan te tekenen. De zichtlijnen op de plas, maar ook de
mogelijke kap van bomen en de afbreuk aan het onder hardlopers geliefde ‘rondje Sloterplas’
zijn een heikel punt.
“De ambities van de Nieuwe Meervaart zijn groots,” zegt Schaap, die in de adviescommissie van
het nieuwe theater zit. “Maar de vrees van omwonenden is ook dat het een ‘olifant’ in de plas
wordt. Ik snap hun angst wel, de natuur is ze veel waard. Een buurt voelt het goed aan als je te
veel wegneemt en te weinig teruggeeft.”
Extreem flexibel opgesteld
Het kleine, drijvende Théâtre L’Île Ô in Lyon is zo ontworpen dat het relatief makkelijk aangepast
of zelfs verplaatst zou kunnen worden naar een andere oever, vertelt Koen Olthuis. “Tijdens de
ontwerpfase hebben we ons extreem flexibel opgesteld. Het uiteindelijke ontwerp is gemaakt
met het idee dat je eventueel in de toekomst kan zeggen: de behoeftes liggen nu anders, deze
publieke ruimte gaan we nu weer een andere functie geven. Ik denk dat dat belangrijk is
geweest.”
Na de oplevering van L’Île Ô ging Lyon volgens Olthuis actief op zoek naar meer publieke
functies die naar het water getild zouden kunnen worden. “Ik vind het een waanzinnig
uitgangsbord voor wat er kan in die stad.”
‘Zeker op het water vraag ik me vaker af of je wel moet willen dat iets
koste wat kost tientallen jaren blijft staan’
Het theater wordt volgens Helen Albada, journalist en stadsgids in Lyon, inmiddels door de
buurt gewaardeerd om de ‘culturele waarde en unieke locatie’. “Eigenlijk is het een heel discreet
bouwwerk geworden. Helemaal als je het vergelijkt met de enorme cruiseschepen die er
rondom liggen afgemeerd, volgens mij hebben de bewoners daar veel meer last van.”
Bouwen op water anders dan op land
Ook Amsterdam is een waanzinnige (water)stad, zegt Olthuis, maar zou wat betreft bouwen op
water wel wat creatiever kunnen worden. “Er wordt snel te veel gedacht vanuit de standaard die
je aanhoudt op het land. Zeker op het water vraag ik me vaker af of je wel moet willen dat iets
koste wat kost tientallen jaren blijft staan.”
Amsterdammers kunnen vanaf dit kwartaal meedenken over de opdracht voor het toekomstig
architectenteam van de Nieuwe Meervaart, zo staat in de agenda van de gemeente. Een
discreet bouwwerk zal dat niet (genoemd) worden, maar een unieke ontwerpopgave is het wel.
Stedenbouwkundige Schaap: “Als Yassine Boussaid, de directeur van de Meervaart, zijn ideaal
omschrijft, rijst eerder een idee op zoals De Hallen dan een architectonisch icoon zoals Eye –
een gebouw verweven met de stad, in plaats van een icoon aan of op het water. Misschien wordt
de conclusie wel: we laten het water toch voor wat het is.”
Inspiratie voor aan de Sloterplas
Het ontwerp voor de Nieuwe Meervaart laat nog wel even op zich wachten, maar in de afgelopen
jaren zijn er wel verschillende inspiratiebronnen genoemd.
Zo roemt het theater zelf bijvoorbeeld het Acros Fukuokagebouw in de Japanse
stad Fukuoka om zijn groene architectuur.
In het cultureel centrum voor kinderen van de Turkse stad Bornova ziet de Meervaart een
voorbeeld van de mogelijkheid van een ‘alzijdig gebouw’: een pand dat geen prominente voor- of
achterkant kent.
En ook het Operahuis in de haven van Oslo komt voorbij, als voorbeeld van ‘hoe een kade
organisch kan overlopen in een gebouw’.
click here for source website
click here for source pdf